woensdag 23 februari 2011

Lectuur voor het slapengaan X: 1848 in het Midden-Oosten


De gebeurtenissen in Tunesië, Egypte en nu Libië domineerden het nieuws de afgelopen tijd. Er is een enorme stortvloed aan artikelen verschenen over de situatie in het Midden-Oosten. Daarbij vielen eigenlijk drie thema's op: De toekomst van de regio (en Egypte), de invloed van 'social media' en het historische karakter van de revoluties.

Een interessante insteek, althans in mijn optiek, zijn de analyses over de toekomst van Egypte en het Moslimbroederschap. Deze oude conservatieve islamitische groepering is de oervader van alle hedendaagse radicale moslimorganisaties. Hoe de broeders zich gaan opstellen is niet alleen van groot belang voor Egypte zelf, maar ook voor de houding die het westen gaat aannemen ten opzichte van de veranderingen in het Midden-Oosten. Een afgewogen, genuanceerde analyse is te vinden in Foreign Affairs 'The Muslim Brotherhood after Mubarak' Het beeld dat in dat artikel wordt geschetst is dat de moslimbroederschap inmiddels nog steeds streng religieus is, maar een stuk minder radicaal is geworden. Voor een minder optimistische visie kun je terecht bij dit opiniestuk uit de Volkskrant.

De angst is natuurlijk dat als de broederschap aan de macht komt, al dan niet via democratische verkiezingen, Egypte een tweede Iran zal worden en zich radicaal ten opzichte van het westen en Israel zal opstellen. Maar ondertussen roepen we in het westen wel altijd dat de regio democratischer moet worden en geven we hoog op van de universele waarde van de democratie. Mocht dat zo zijn dan is het aan de Egyptenaren (en Jemenieten, Tunesiër en Libiërs, etc) om hun eigen regering te kiezen. Als die dan niet voldoet aan onze wensen dan zullen we dat op de koop toe moeten nemen. Alleen als democratie 'internaliseert', als het een endogeen proces is, heeft het een kans van slagen. Het kerkhof van de internationale politiek ligt inmiddels bezaaid met door het westen gesteunde 'failed states'. Het probleem van die mislukte experimenten is dat er bijna altijd werd gekozen voor 'realpolitik' en niet voor een echte democratie. Zuid-Vietnam, nu een eindexamen onderwerp, is daar bijvoorbeeld een goed voorbeeld van.

Dat realpolitik op de lange termijn vaak heel slecht uitpakt hebben de Mujahideen natuurlijk al eens bewezen. Met die geschiedenis in het achterhoofd is het geen verrassing dat de VS de Moslimbroederschap in een vroeg stadium, en kennelijk nog steeds, hebben gepaaid. In een  artikel in de New York Review of Books wordt deze historische band blootgelegd. De conclusie is ontnuchterend:

Half a century ago, the West chose to make use of the Brotherhood for short-term tactical gain, later backing many of the authoritarian governments that were also trying to wipe out the group. Now, with those governments tottering, the West has little choice; after decades of oppression, it is the Brotherhood, with its mixture of age-old fundamentalism and modern political methods, that is left standing.

We moeten meer vertrouwen hebben in de kracht van de democratie en de keuzes die de Egyptenaren gaan maken, zoals ook wordt betoogd in dit hoofdartikel van The Economist. Dat wordt ter rechterzijde als naïef afgedaan, zie bijvoorbeeld deze column van Afshin Ellian, maar het is juist naïef en erg op de korte termijn gericht om het tegendeel te doen en te kiezen voor een niet-democratisch alternatief. Keer op keer worden de tegenstanders van het westen ammunitie in handen gegeven om aan te tonen dat het westen hypocriet is. "Zie je wel het gaat ze alleen maar om macht en om olie gaat." Los daarvan vertoont het regime in Iran, Hét voorbeeld van een radicaal islamitisch dictatuur, verregaande tekenen van aftakeling. Daar zal op termijn wel degelijk een volwaardige democratie komen. Die des te sterker is, aangezien de Iraniërs zelf al de alternatieven hebben ondergaan. Misschien heb ik als historicus een wat langeretermijn visie, maar ik denk echt dat je de geschiedenis soms op zijn beloop moet laten en af en toe een duwtje in de juiste richting moet geven.

Overigens is het nog helemaal niet gezegd dat Egypte een democratie gaat worden. Zoals in Tunesië is gebleken kun je het staatshoofd wel inruilen, maar dat betekent nog niet dat er echt sprake is van een omwenteling. Voorlopig blijft de heersende klasse nog stevig in het zadel. In Egypte hangt veel af van de opstelling van het leger, uitgeroepen tot één van de winnaars in Egypte door Foreign Policy. Het leger zal zeker niet toestaan dat de strategische positie van Egypte zal worden bedreigd door de broederschap, dat weten beide partijen lijkt me. Het Suez-kanaal inzetten als wapen in de strijd tegen Israël zal daarom niet snel een optie zijn. Mocht dat ooit gebeuren dan zal het interessant zijn om te zien of de VS en China samen zullen optrekken. Uiteindelijk zal hopelijk het model van Turkije, een seculiere staat met een gematigd islamitische partij aan de macht,  als voorbeeld dienen.

Een tweede thema in de berichtgeving en 'duiding' over Egypte is de invloed van Social Media. Aan de ene kant staan de voorstanders van deze nieuwe media die een belangrijke (overigens nooit doorslaggevende) rol toekennen aan Facebook en Twitter. Aan de andere kant staan degenen die menen dat het ineffectief is en zelfs behulpzaam voor autoritaire regimes. Wederom in Foreign Affairs (wat een fantastisch blad is dat toch) staat een goede analyse van Clay Shirky die een gematigd optimistische visie aanhangt. Dit relaas in de New York Times toont denk ik aan dat de nieuwe technologie toch op zijn minst kan worden gezien als makkelijke fascilitator voor protestbewegingen om zich te organiseren. Het gemak waarmee ideeën zich verspreiden is  toch echt nieuw. 

Het debat over de invloed van nieuwe media is al langer aan de gang. Een verklaard scepticus is Evgeny Morozov. In dit artikel uit 2010 waarschuwt hij al voor de overschatting van social media als een catalysator van politieke verandering. Met name de invloed van commerciële belangen en marktwerking hebben vanuit het westen een dempend effect op de vrijheid van het internet. Hier beantwoord Morozov het artikel van Clay Shrirky. Hij betoogt verder in zijn boek 'The Net Delusion' dat dictatoriale regimes meer voordeel hebben bij social media dan de demonstranten. Online surveillance is makkelijk en goedkoop en zou Orwell's distopie een stuk dichterbij kunnen brengen.  Een ander invloedrijk artikel, van Malcom Gladwell, stond vorig jaar in de New Yorker  onder de prachtige titel: 'Small Change Why the revolution will not be tweeted.Daar toont hij zich sceptisch ten opzichte van de invloed van Twitter op de Iraanse protesten van vorig jaar. Deze groene revolutie was een voorbode van wat er nu in het Midden-Oosten gebeurt. 

Ten slotte wordt er veel geschreven over het historische karakter van de revoluties. Dat ze in de geschiedenisboekjes terecht komen dus. Enkele belangrijke revoluties waarmee de huidige revoluties worden vergeleken zijn: de Franse Revolutie (1789), de Russische Revolutie (1917), de Iraanse Revolutie (1979), de val van de Muur en de opstand van het Tiannemen plein (1989). Om er maar een paar te noemen (BBC News heeft een mooi overzicht van verschillende revoluties).

Ik ben een verklaard voorstander van historische analogieën (alhoewel die in mijn studie bijna taboe werden verklaard) al was het maar dat door de verschillen aan te geven de huidige situatie beter kan worden geanalyseerd. Dat er nooit een één op één vergelijking mogelijk is lijkt me evident gezien het unieke karakter van elke historische gebeurtenis. Dat het tot mooie debatten en meer historisch begrip leidt is alleen maar winst. Het is wel 1989, of het is juist niet 1989. Uiteindelijk blijft dat toch in het midden hangen, maar ondertussen hebben we wel meer grip op de situatie en op de geschiedenis.

Of het uiteindelijk in de geschiedenisboekjes terecht komt hangt samen met de impact van de revoluties. De gigantische gevolgen van de Amerikaanse, Franse en Russische revolutie garandeerden het een stevig plek in elke canon. Systemen werden omver gegooid, ze gingen gepaard met veel geweld en verlies van mensenlevens en zo kun je nog wel meer criteria bedenken. Het is echter maar de vraag of 2011 zich tussen deze revoluties kan scharen. Een meer voor de hand liggende analogie is 1848. En wie weet er nou nog iets over de revoluties van 1848? Anne Applebaum maakt in dit artikel in Slate een interessante vergelijking. Ook dat waren verschillende revoluties, verspreid over heel Europa (vergelijk Frankrijk en Nederland maar eens) en 1848 bracht niet de verandering die veel revolutionairen er van verwachten. Integendeel de oude regimes bleven vaak in één of andere vorm vaak zitten. Maar op de lange termijn is 1848 wel van invloed geweest en was het een belangrijke stap op de lange weg naar meer democratie in Europa. Als het bijvoorbeeld ook in China onrustig wordt, wat niet waarschijnlijk is, en als er inderdaad duurzame democratieën ontstaan  dan is een bladzijde in de geschiedenisboeken zeker gegarandeerd.

Maar hoe dan ook verdienen deze opstanden het om herinnerd te worden, al was het alleen maar om de opofferingen van de demonstranten te gedenken. Hoe het ook mogen aflopen, de geest in het Midden-Oosten gaat niet meer in de fles. Of het nu een jaar of dertig jaar duurt, deze gebeurtenissen zullen wel degelijk van heel veel invloed blijken al dan niet getweet en met of zonder de moslimbroeders. Daarom lijkt het me gepast om af te sluiten met een artikel van Timothy Garon Ash, die al het bovenstaande veel eloquenter en bondiger verwoord dan ik ooit zou kunnen.

"Old in Cairo 2011 – as old as the pyramids, as old as human civilisation – is the cry of oppressed men and women, overcoming the barrier of fear and feeling, however fleetingly, the sense of freedom and dignity. My heart jumped for joy as I watched the footage of the vast, celebrating crowds in central Cairo [...] But when we have finished humming the prisoners' chorus from Beethoven's Fidelio, we must remind ourselves that these moments are always transient. The hard grind of consolidating liberty is all ahead."

PS
Voor een mooi overzicht zie dit dossier van Foreign Affairs:

En ik ben een enorme fan van infographics. Een beter overzicht van Infographics over Egypte zul je niet vinden.

dinsdag 4 januari 2011

Lectuur voor het slapengaan IX

Een digitale levensstijl in de klas 


Ik ben sinds kort gaan twitteren, na het een lange tijd te hebben uitgesteld. Ik heb mijn linkedin profiel weer iets uitgebreid en ik ben een redelijk passieve gebuiker van Facebook. Al met al een redelijk gemiddeld gebruik van social media. Vanaf het begin dat ik gebruik ben gaan maken van deze nieuwe informatiestromen vraag ik me af hoever ik hiermee wil gaan en wat de impact ervan is op mijn, ons, leven en op het onderwijs. Zadie Smith heeft daar een prachtig artikel over geschreven in de New York Review of Books naar aanleiding van"The Social Network", de film van David Fincher over Facebook (mooie film overigens).


De New York Times heeft ook een mooie serie artikelen over dit onderwerp gepubliceerd: 'Your brian on computers'. Meer prozaisch, maar een must read voor iedereen die te maken heeft met de toenemende stortvloed aan informatie en een overdosis aan afleiding, zowel op werk als op school.

maandag 13 december 2010

Lectuur voor het slapengaan VIII

“Wow, I’m kind of stunned, I’m thinking Sputnik,” aldus een voormalig medewerker van Reagan in de New York Times. Hij refereerde aan de uitkomsten van het PISA rapport van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en ontwikkeling). Voor de Amerikanen staat er veel op het spel: niets minder dan hun status als supermacht. Dat leerlingen uit Sjanghai nu op één staan en leerlingen uit de VS meestal op 23/24 moet inderdaad tot slapeloze nachten leiden in Washington. Zeker als je de volgende onheilspellende toekomstscenario's leest in dit Salon.com artikel: How America will collapse. Een redelijk horror verhaal, erg geschikt voor het slapengaan, maar hierover volgende keer meer. 


Er is inmiddels ook weer eens een enorme discussie uitgebroken in het onderwijsland van de lagen landen. Net als geschiedenis houdt onderwijs de gemoederen bezig. De discussie is ook hier aangezwengeld door de resultaten van het laatste PISA rapport. Minister Bijsterveld heeft dit mediamoment handig gebruikt om tegelijkertijd (alweer) onderwijshervormingen aan te kondigen. Beide zaten natuurlijk al een tijdje in de koker. Maximum exposure, chapeau voor deze minister

donderdag 9 december 2010

Lectuur voor het slapengaan VII


Op 1 april 2001 botste een Amerikaans surveillance vliegtuig tegen een Chinees jachtvliegtuig. De Chinese piloot overleefde het incident niet en het Amerikaanse vliegtuig was gedwongen om te landen op het Chinese eiland Hainan. Dit incident was dagenlang voorpaginanieuws en de Chinezen weigerden een tijd het vliegtuig terug te geven. Tussen China en de VS was een toenemende spanning waarneembaar die de kiem in zich had om in een nieuwe Koude Oorlog te ontaarden. Het jaar daarvoor was er al een jaarlijks rapport ingesteld door het Amerikaanse congres om de militaire ontwikkelingen in China te analyseren. China werd duidelijk gezien als een toekomstige bedreiging van de Amerikaanse hegemonie.

Het 'Hainan' incident was enkele maanden voor de aanval op het World Trade Centre op 11 september 2001. Ik heb altijd het gevoel gehad dat het eerste incident het echte 'sign of the times' was en dat 9-11 de Amerikanen op een zijspoor zouden zetten. De opkomst van China is een van die enorme ontwikkelingen vergelijkbaar met de val van het Romeinse Rijk. We hebben het hier over grote historische trends. Niet dat 9-11 en het gevaar van de militante islam niet historisch relevant was en is, maar vergeleken met de opkomst van China en het relatieve verval van de VS is het niet meer dan een appendix.

dinsdag 30 november 2010

Lectuur voor het slapengaan VI

Samuel Huntington leek na de smeulende puinhopen van de Twin Towers gelijk te krijgen met zijn 'Clash of Civilizations' Zijn artikel verscheen halverwege de jaren '90 en werd onder andere als kritiek gezien op de optimistische visie van Fukuyama. Huntington's visie was inderdaad beduidend pessimistischer dan de liberale zegetocht en het einde van de geschiedenis. Net zoals Fukuyama werkte hij zijn ideeen verder uit in een gelijknamig en even invloedrijk boek.

Huntington schetste een wereld waarin acht dominante culturen de belangrijkste factoren van betekenis waren. Vanuit dat perspectief kon de wereld(geschiedenis) worden beschreven. Het Westen zou de wereld nog een tijdje domineren, maar relatief gezien was het verval al ingezet. 'Clash' klonk en klinkt nogal omineus en het was natuurlijk ook geen vrolijke boodschap. Daarbovenop leek hij na 9-11, voor de niet- geinformeerden, ook gelijk te krijgen. Maar zoals Richard Betts (van het originele foreign affairs artikel) terecht stelt:
"Many misread Huntington's initial article as a xenophobic call to arms for the West against "the rest." The later book made clear that his aim was quite the opposite: to prevent the growing clash of civilizations from becoming a war of civilizations. He called for humility instead of hubris, writing, "Western belief in the universality of Western culture suffers three problems: it is false; it is immoral; and it is dangerous." Spreading Western values does not promote peace but provokes resistance: (...) The wiser alternative, he argued, is to accept that "the security of the world requires acceptance of global multiculturality."
Hij is dus nogal eens verkeerd begrepen en geïnterpreteerd. Dat het Westen, de VS voorop, een toontje lager moeten zingen is voor velen nog steeds geen welkome boodschap. Vooral de vaststelling dat het universalisme niet klopt en hypocriet is wordt weer eens bevestigd door de ontboezemingen die in de recente wikileaks documenten te vinden zijn.

vrijdag 5 november 2010

Lectuur voor het slapengaan V

In een tijd waarin de Tea Party schijnbaar de drijvende kracht in het Amerikaanse politieke proces is, waarin de PVV een soortgelijke rol aanneemt in Nederland en nu zelfs Duitsland op zoek gaat naar zijn eigen Wilders lijkt het westen in een algemene crisis te verkeren die verder gaat dan alleen "de derde depressie". Economische problemen worden vaak aangewezen als voedingsbodem voor de opkomst van dit soort bewegingen, maar er is hier sprake van een veel dieperliggende problematiek: het westen lijkt zijn dominante rol veel sneller te verliezen dan enkele jaren geleden voor mogelijk werd gehouden. Het daarmee gepaarde politieke onbehagen en de economische problemen leiden tot een identiteitscrisis in onze maatschappij. Al deze problemen lijken op hun beurt weer te leiden tot een crisis van de democratie.

In het huidige nummer van Foreign Affairs staat een mooi artikel over de toekomst bezien vanuit de jaren '90. De val van de muur leidde vanzelfsprekend een nieuw tijdperk in. Hoe dat tijdperk eruit zou gaan zien, daar verschilden de meningen nogal over. Francis Fukuyama, Samuel Huntington en John Mearscheimer waren dominante iconen van verschillende visies over welke wending de geschiedenis zou nemen. 'Conflict and cooperation' van Richard K. Betts is een mooi retrospectief hoe het deze visies is vergaan.

zaterdag 30 oktober 2010

Lectuur voor het slapengaan IV

Deze keer een mixed media "slapengaan". Zoals ik vorige keer al zei lijkt de wereld aan de Nederlandse politiek voorbij te gaan. De 'war on terror'? De Kredietcrisis? De opkomst van China? (Overigens niet in volgorde van belangrijkheid) Voordat je een probleem oplost zul je eerst moeten vaststellen dat er een probleem is. Vooralsnog komen Rutte, Verhagen en Wilders niet verder dan (islamitische) immigratie en dierenleed.

Dat die problemen niet weggaan geven de "tegenlicht" documentaires onder de naam 'de aanval op Europa' wel aan. Hieronder een van die documentaires, over de verwoesting de de haute-finance hebben aangericht. Hopelijk komen onze heren politici tot dit inzicht en laten ze de dieren voorlopig voor wat ze zijn. Kijk vooral ook naar de aflevering over de laatste lezing van wijlen historicus Tony Judt.

dinsdag 6 april 2010

Budget cuts or policy?

Interesting article from Sweder van Wijnbergen in the NRC last saturday: "In de grabbelton van bezuinigingen ontbreekt ieder plan."  He notices the arbitrary nature of the budget cuts, they're not seen as a way to solve problems, but only as a way to cut 30 billion. And where did that 30bn come from? No link, you'll have to get the paper version.